Sjoerd Wennekes is ondernemer, gameontwikkelaar en kandidaat-Kamerlid voor Volt. Hij werkte jarenlang in de wereld van serious gaming — waar technologie, zorg en onderwijs elkaar raken — en stond mede aan de wieg van de bekende Tovertafel. In dit gesprek vertelt hij over zijn favoriete games, de kansen van serious games voor Nederland en waarom de overheid het medium nog niet altijd serieus genoeg neemt. Sjoerd staat op plaats 31 van Volt voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2025. Sjoerd is ook lid van het bestuur van Dutch Games Association.

‘Spiritfarer is de enige game die me echt liet huilen’
Speelt u wel eens een videogame? Wat is uw favoriet?
Zeker, ik game graag. Ik heb een Nintendo Switch 2 en een PlayStation 5, en ik houd van wat langzamere, open-world games. The Legend of Zelda: Breath of the Wild, en het vervolg Tears of the Kingdom op de Switch, maar ook Horizon Zero Dawn, God of War en Spider-Man op de PlayStation 5. Heerlijk om af en toe even te verdwalen in zo’n wereld. Ik ben niet goed in spellen waar je supersnel moet reageren — die laat ik liever aan anderen over.
Als ik één favoriet moet kiezen, dan is dat Spiritfarer. Dat is de enige game die me écht emotioneel geraakt heeft. Ik moest er zelfs van huilen. Iedereen die het kent, weet wat ik bedoel — er zit een scène in met een egel die je niet meer vergeet. Zo mooi, zo goed gedaan.
Daarnaast speel ik soms Mario Kart met mijn dochtertje van vier. Voor haar is het pure magie. Eerst begreep ze nog niet dat wat ze met haar handen deed invloed had op het scherm, maar na een paar minuten klikte het — en de pret was onbetaalbaar. Nu rijdt ze al redelijk zelfstandig rond in de gamewereld. Dat samen spelen is fantastisch.
‘Games worden nog vaak verkeerd begrepen – ook in de politiek’
Wat is volgens u de belangrijkste maatschappelijke uitdaging rond videogames?
Er is altijd wel een maatschappelijke discussie over games. Dat hoort bij een jong medium. In de jaren ’80 en ’90 was er ophef over gewelddadige actiefilms — nu hoor je daar niemand meer over. Maar bij games zie je dat soort ophef nog steeds.
Dat komt denk ik omdat gamen nog niet volledig begrepen wordt door beleidsmakers en de samenleving. Het is dynamisch, het verandert razendsnel – veel sneller dan film of literatuur. Daardoor blijven we een beetje achter de feiten aanlopen. We zijn als samenleving nog aan het leren hoe we met dit medium omgaan, en dat merk je aan de toon van het debat.
Soms lijkt het zelfs alsof er belang is bij het creëren van ophef – uit angst, of omdat het politiek handig uitkomt. Terwijl we beter kunnen investeren in begrip.
‘De overheid is de aandacht voor gaming een beetje kwijtgeraakt’
Hoe worden videogames op dit moment bekeken vanuit de overheid? Economisch, cultureel of anders?
Tien jaar geleden stond gaming in Nederland hoger op de agenda. We hadden het toen over de creatieve industrie als topsector – naast architectuur, muziek en design – en daar werd gaming expliciet bij genoemd. Dat is nu veel minder het geval.
Games vallen tegenwoordig vooral onder de noemer media. Aan de ene kant is dat een teken van volwassenheid – het hoort erbij, net als film en muziek. Maar aan de andere kant is het jammer, want het betekent ook dat de specifieke kansen en uitdagingen van de game-industrie minder aandacht krijgen.
Ik zou willen dat er weer expliciete aandacht komt — ook in de vorm van stimuleringsfondsen en economische ondersteuning. De sector is volwassen, maar heeft nog steeds beleid nodig dat haar unieke positie erkent.
‘De overheid zet de hekken neer, ouders bepalen waar je speelt’
Hoe kijkt u tegen veilig gamen aan? Is daar meer een taak weggelegd voor de overheid of voor de ouders?
Voor beide. De overheid moet kaders stellen – zoals verkeersregels of hekken bij een ravijn. Zorgen dat er veilige spelomgevingen zijn, met duidelijke grenzen.
Maar ouders hebben ook een belangrijke taak. We hebben ratingsystemen zoals PEGI niet voor niets. Als een spel 18+ is, moet je het niet aan je 12-jarige geven – en dan kun je dat niet de industrie verwijten. Ouders moeten weten wat hun kinderen spelen en daar bewuste keuzes in maken.
Wat ook meespeelt, is dat veel mensen games nog steeds zien als iets voor kinderen. Dat klopt niet. Ik ben van 1982, ik game al mijn hele leven, en dat geldt voor een hele generatie. De gamer van nu is net zo goed 45 of 60. Dat beeld mag echt veranderen.
‘Nederland heeft een unieke positie in serious gaming’
Hoe ziet u de toekomst van de Nederlandse game-industrie?
Als we vanuit de overheid meer expliciete aandacht geven aan gaming – net als bij film – dan kan de industrie echt groeien. We hebben in Nederland ongelooflijk veel talent. Zeker op het gebied van serious gaming zijn we uniek.
Dat is ook mijn focus binnen de Dutch Game Association: het ondersteunen van de serious games-sector. In Nederland durven we disciplines te combineren – technologie, zorg, onderwijs, psychologie. Daardoor ontstaan dingen die je elders niet ziet. Denk aan toepassingen in de zorg, onderwijs of klimaatbewustzijn.
In landen als Duitsland of België gebeurt dat veel minder. Wij hebben hier een cultuur waarin mensen gewoon iets nieuws durven proberen, iets ‘raars’. En dat leidt vaak tot echte innovatie.
‘De Tovertafel laat zien hoe ver Nederland is met creatieve innovatie’
U bent mede-bedenker van de Tovertafel. Wat heeft u daarvan geleerd?
Dat Nederland echt goed is in serious gaming. De Tovertafel ontstond uit een samenwerking tussen industrieel ontwerp, klinische neuropsychologie en game-ontwikkeling – drie vakgebieden die normaal nooit samenkomen. Maar hier kon dat wél.
Tijdens mijn tijd bij Tover heb ik het concept internationaal uitgerold naar zestien landen. En overal merkte ik: wat wij in Nederland doen, zie je bijna nergens. Dat komt doordat we een overheid hebben die experimentele samenwerkingen stimuleert – en een cultuur waarin mensen creatief durven te denken.
Het laat zien wat er kan ontstaan als je de condities schept waarin academische kennis, creativiteit en ondernemerschap elkaar kunnen vinden.
‘Laten we als samenleving blijven investeren in begrip voor games’
Tot slot – wat wilt u de lezers van Rule the Game nog meegeven?
Allereerst: laten we als samenleving blijven investeren in begrip voor games — als kunstvorm, als leeromgeving, als sociale plek. Games kunnen mensen raken, verbinden en inspireren.
En op een luchtiger noot: ik hoop dat Nintendo met wat echt goede titels voor de Switch 2 komt, want eerlijk is eerlijk — tot nu toe valt het een beetje tegen!
